Trots en eigenwaarde
De afgelopen paar weken heb ik eindelijk weer eens met Claire kunnen klappen. Daar zat wel een hele tijd tussen; meer dan een halfjaar zelfs. Want Claire wilde me niet meer zien. En zij was daar heel resoluut in.
Hoe kwam dat zo? Ik weet aan de ene kant van een collega bij het straathoekwerk dat dit vaker voorkomt bij Claire (trouwens, ook bij andere straatbewoners). Aan de andere kant vermoed ik ook dat het aan mij lag. Ik wilde op een gegeven moment ‘te snel gaan’. De laatste keer dat ik haar sprak, had ik haar een paar concrete suggesties gegeven om concrete problemen op te lossen waar zij mee kampt. Ik dacht dat ik dit heel voorzichtig en terughoudend had gedaan – maar het is heel goed mogelijk dat zelfs die voorzichtigheid en terughoudendheid al teveel was. Want Claire heeft ook haar trots – toen we bijvoorbeeld een keer samen ergens koffie gingen drinken stond zij erop om te betalen. En het is heel goed mogelijk, dat die trots in het spel kwam toen ik mijn suggesties deed.
Ik noem het nu ‘trots’, maar wat ik feitelijk bedoel: Claire heeft ook haar gevoel van eigenwaarde. En je gevoel van eigenwaarde, dat ligt als je op straat leeft voortdurend onder vuur. Want als straatbewoner ben je afhankelijk: van het OCMW, van andere hulpverlenende instanties, van de goodwill van ‘brave burgers’. En dat zou er zo maar eens voor kunnen zorgen dat je dat gevoel van eigenwaarde dan met hand en tand verdedigt. Ook als dat betekent: een suggestie afwijzen waarmee je geholpen zou zijn, omdat dit mogelijk een nieuwe afhankelijkheid met zich meebrengt. Of simpelweg omdat het je er weer eens aan herinnert hoe afhankelijk je vaak bent.
Goed omgaan met dat gevoel van eigenwaarde maakt mijn werk aan de ene kant uitdagender. Aan de andere kant drukt het me ook met m’n neus erop dat de kern van mijn werk als straatpastor in de eerste plaats aanwezigheid is. Ik ben er niet om Claire’s problemen op te lossen. Ik ben er wél om te luisteren, naast haar te staan (of te zitten), om samen mens te zijn. Om samen kinderen van God te zijn, voeg ik er dan in gedachten aan toe (of soms hardop – afhankelijk van hoe ons gesprek gaat).
En ik ben heel blij dat we nu weer met elkaar kunnen klappen, want ik heb onze gesprekken echt gemist.
Heleen Ransijn, straatpastor in Gent
Verschenen op mijn weblog:
https://stadspredikant.gent/index.php/2024/08/14/trots-en-eigenwaarde/