Het leven is complex en niet alles is maakbaar
Het leven is complex en niet alles is maakbaar. Veel mensen worstelen met dingen die onoplosbaar zijn. Dan is zorg geven vaak meer een kwestie van het samen uithouden dan van doelen nastreven die gegarandeerd oplossingen zouden bieden. Presentiebeoefening betekent dat je bereid bent tot dat samen uithouden, ook als er niets op te lossen valt.
Zo staat het in het Praktijkboek Presentie.
Onder ‘basisaannames’ zelfs.
Noodlot
‘Door het noodlot getroffen’, ken je die uitdrukking?
Ze klinkt oubollig.
(Wanneer heb jij ze voor het laatst gehoord? Of gebruikt?)
Het is niet modern om te denken in termen van lot en noodlot.
Het is iets van de oude Grieken, met al hun goden, die zich als een zootje ongeregeld gedroegen.
Wij, modernen, wij hoeven geen dingen meer te verklaren met goden.
Wij, moderne psychosociale hulpverleners, wij weten van wanten, met onze theorieën, behandelplannen en interventies.
We weten hoe je het leven kan kneden.
‘Als mensen anders leren denken, kijken, voelen, handelen, dan krijgt het leven opnieuw glans’.
‘Het zijn niet de gebeurtenissen die geluk bepalen, maar hoe we reageren op de gebeurtenissen.’
… zoiets hangt er een beetje in de lucht. Dat het leven maakbaar is.
Dus we kunnen dat noodlot bij de oude Grieken laten?
Ze zijn er nog
Toch zijn onze moderne levens niet vrij van noodlottige gebeurtenissen en ontwikkelingen.
(Of er is soms een gebrek aan dringend gewenste ontwikkelingen)
Toestanden die te zwaar zijn.
Onverdiend.
Te ingewikkeld.
Te veel.
Te weinig.
Te pijnlijk.
Te lang.
Dingen waar je beter niet aan zou denken maar je kan niet anders.
Dingen die je beter niet zou doen maar je doet ze wel.
Goeie dingen maar je doet ze niet.
Goeie pillen maar ze werken maar een beetje.
Goeie therapie maar het leven blijft zwaar.
Je zou dingen ‘in perspectief’ moeten zien maar je ziet ze ‘in fspriceepe’.
Die ‘je’ waar ze het over hebben, die ‘je’ die goeie dingen zou moeten kunnen doen/denken/voelen, die ‘je’ die aan het stuur van het leven zou zitten, wanneer het leven aanvoelt als een rauwe wonde, is dat maar een leeg woord.
‘De tragische dimensie van het leven’, zo kan je dit noemen.
(alweer zo’n oubollige uitdrukking)
Ze zijn er nog.
Die nare Griekse goden, die zijn nog even energiek als 2500 jaar geleden.
Ze lachen in hun vuistje wanneer we geloven dat we het leven naar goeddunken kunnen
kneden.
Goede (noodlot-)zorg
Goede zorg vraagt dat we hier ruimte voor kunnen maken, in onszelf, zodat we er ook zorgzame ruimte voor kunnen maken in onze ontmoetingen.
Zorg geven – zo suggereert de presentiebenadering – is soms een kwestie van ‘samen uithouden’.
(Niet driftig gaan grabbelen in ons rugzakje vol hulpverlenings-tools)
Dat ‘samen uithouden’, dat vraagt wat van een mens. Elke keer opnieuw.
De ander, onder de knoet van het noodlot, machteloos, pijn.
Jij herkent: dit is zo’n toestand.
(noodlottig)
Jij, pijnlijk getroffen door de pijn van de ander.
(Dit kan/kon mij ook overkomen.)
(Hier heb je geen verweer tegen.)
Jij loopt niet weg.
Jij blijft.
(Je bent een beetje overstuur. Of veel.)
De ander ervaart dat jij niet wegloopt.
(misschien)
Vindt er in dit niet-weglopen iets troostend plaats?
(misschien)
Misschien heb jij al ervaren wat het voor je betekende wanneer jij knock-out geslagen was door een Griekse god en een mede-mens was bij je en bleef, met de mond vol tanden maar solidair.